Slide

Werkpakket 5

Inclusiviteit en maatschappelijke participatie

Dit dwarsdoorsnijdende pakket richt zich op de lokale organisatie van veerkracht van jongeren. Hierbij gaat het om de toerusting van jongeren om een complexe, diverse, conflictueuze, maar ook kansrijke samenleving tegemoet te treden en daaraan in positieve zin bij te dragen. Dat gaat niet vanzelf: maatschappelijke condities dienen maximaal te worden afgestemd op de mogelijkheden en ideeën van jongeren. Daarbij spelen een macro, meso en microperspectief een rol. Het gaat om nieuwe designs op alle niveaus en de mate waarin de verschillende leefwerelden waarin jongeren zich begeven (school, straat, thuis, online) voldoende aangrijpingspunten bieden voor opwaartse mobiliteit en het overwinnen van de barrières die ze daarbij op hun pad vinden. De overkoepelende onderzoeksvraag luidt hierbij:

Hoe kunnen we, vanuit het perspectief van jongeren, sociale condities in verschillende maatschappelijke domeinen (lokaal en digitaal) zo inrichten dat jongeren optimaal worden toegerust in hun ontwikkeling van veerkrachtige handelingsperspectieven?

Kijk hieronder voor de belangrijkste bevindingen per bouwsteen.

Related Articles

De bouwstenen

  • Van probleemgedrag naar (zelf)ontplooiing: Inclusiviteit en maatschappelijke participatie van kwetsbare jongeren
    Opbrengsten

    In deze bouwsteen is onderzocht hoe probleemgedrag van jongeren, waardoor zij zich van de samenleving dreigen af te keren, omgezet kan worden in termen van inclusiviteit en participatie. Specifiek werd daarbij gekeken hoe op controle en correctie gerichte instanties, zoals politie, justitie en leerplichtambtenaren, betrokken kunnen worden bij de beweging naar optimale maatschappelijke participatie van jongeren. Daarvoor zijn binnen het onderzoek interviews gehouden met zowel jongeren en professionals uit het hulpdomein als professionals uit het veiligheidsdomein.

    Eén van de belangrijkste bevindingen is het belang van structuur en orde in het leven jongeren. De jongeren die in detentie hebben gezeten en daarna zijn vrijgekomen hebben hun leven weer opgepakt door routines in te bouwen in het dagelijks leven. Opleiding, werk en sport zijn daarbij cruciaal, want daarin worden zij onderdeel van nieuwe communities: een omgeving waarin ze verkeren die een positieve invloed heeft op het leven van deze jongeren, door zingeving en invulling van de eigen identiteit. Hulpverleners met dezelfde levenservaring zijn onmisbaar, want dan pas hebben jongeren het idee daadwerkelijk begrepen te worden. Ook ouderbetrokkenheid is belangrijk, evenals een inzet op positief contact tussen de politie en de jongeren. Samengevat is het de uitdaging om twee krachten, de zogenoemde sterke arm (e.g. politie) en de zorgende arm (e.g. jeugdwerkers), bij elkaar te brengen, in termen van preventieve nazorg.

    Contactpersoon:

    Prof. Hans Boutellier: j.c.j.Boutellier@vu.nl

  • Leren omgaan met verschillen: bijdragen van het hbo aan een veerkrachtige (super)diverse samenleving.
    Opbrengsten

    In deze bouwsteen is onderzocht hoe diversiteit kan worden ingezet als kracht in en door hogescholen. Hoe kunnen we studenten zo leren omgaan met diversiteit dat zij toegerust worden om diversiteit (in al zijn vormen) als kracht in te zetten tijdens hun opleiding en stage, en later in hun loopbaan. Welke kwaliteiten hebben docenten daarvoor nodig en welke eisen stelt dat aan de leeromgeving (binnen de hogeschool en op stageplekken)? Het onderzoek levert zes algemene aanbevelingen op. Die zijn ook voor andere hogescholen en stageplekken bedoeld. Hogescholen besteden immers steeds meer aandacht aan diversiteit en realiseren zich steeds beter dat het benutten van de kracht van diversiteit goed is voor de hogeschool (docenten en studenten) en het werkveld. Deze zes aanbevelingen zijn:

    1. Werk met een brede definitie van diversiteit en ontwikkel een visie (voorbij etnische verschillen). Ga na wat je verstaat onder de competentie ‘omgaan met diversiteit’. 2. Werk met een brede en gedifferentieerde strategie aan het leren omgaan met diversiteit. Geef aan hoe je dat leren uitwerkt (bijvoorbeeld in coöperatief leren en ervaringsleren). 3. Zorg dat rond het thema diversiteit de organisatie goed is ingericht en de docenten goed worden gefaciliteerd. 4. Betrek studenten bij (het organiseren van) activiteiten rond diversiteit op het niveau van hogeschool en opleiding (activiteiten zoals ontmoeting en dialoog). 5. Zorg voor een krachtige leeromgeving voor het (leren) omgaan met diversiteit, die uitdaagt en veilige open ruimte biedt om te oefenen. 6. Benut het werkveld als partner bij het leren omgaan met diversiteit (door middel van stages en gastlessen met praktische oefeningen).

    Contactpersoon:

    Guido Walraven: guido.walraven@inholland.nl

  • Expertiselab Jonge Mantelzorgers. Vergroting van veerkracht
    Opbrengsten

    Veel studenten hebben naast hun studie een mantelzorgtaak. Zij geven steun aan een zieke ouder, broer of zus, waarbij veel wordt gevraagd van hun veerkracht. Uit twee enquêtes onder studenten van de HvA, UvA en Windesheim blijkt dat mantelzorgende studenten een minder hoog studietempo hebben, lagere cijfers halen en overwegen vaker hun opleiding te staken dan leeftijdsgenoten die hier niet mee te maken hebben. Ze rapporteren ook meer dan gemiddeld gezondheidsproblemen en langdurige psychische klachten, zoals depressie en angst.

    Individuele interviews met studiebegeleiders laten zien dat mantelzorgende studenten vaak niet in beeld zijn bij onderwijsinstellingen. Interviews met mantelzorgende studenten tonen echter aan dat de situatie niet alleen maar negatief is, dat deze studenten verschillende coping strategieën ontwikkelen om met de situatie om te gaan, maar ook behoefte hebben aan (meer) ondersteuning.

    In co-design met studentenbegeleiders en studenten met een mantelzorgtaak is nagegaan wat de behoeften voor ondersteuning zijn. Onderwijsinstellingen kunnen inzetten op bewustwording onder docenten én studenten, goede signalering en monitoring, duidelijk gecommuniceerde ondersteuningsmogelijkheden en meer flexibiliteit in het onderwijs. Er ligt ook een taak voor mantelzorgende studenten: tijdig eventuele problemen aan kaarten bij de onderwijsinstelling. Op deze wijze is het mogelijk om een mantelzorgvriendelijke opleiding bieden waarin studenten, ook degenen met een zorgtaak, goed kunnen functioneren en hun opleiding met succes afronden.

    Contactpersoon:

    Prof.dr.ir. Alice de Boer: a.de.boer@scp.nl

  • MMM – Mediawijs door media maken: De schakel tot participatie van migrantenjongeren?
    Opbrengsten

    In deze bouwsteen is onderzocht hoe media kunnen bijdragen aan het versterken van taal- en sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, participatie, identiteit en burgerschap van jongeren in internationele schakelklassen. Een belangrijke opbrengst van dit onderzoek is de open source lessenserie Ithaka Media Lab -Mediawijsheid en beeldgeletterdheid voor het ISK onderwijs. (Zie voor meer info ook de projectwebsite ) De serie is inmiddels door 20 scholen voor ISK onderwijs opgevraagd met de intentie deze zelf te gebruiken in hun onderwijs.

    Een belangrijk inzicht dat opgedaan is binnen het traject is dat onderwijzers persoonlijk geraakt en overtuigd moeten zijn van de noodzaak om zelf mediawijsheid en beeldgeletterdheid in hun onderwijs mee te nemen. Jongeren hebben wel de middelen, het vermogen en de energie om zich aan te passen aan snelle veranderingen in technologie en vormen van mediaproducten. Zij zullen echter geneigd zijn dit enkel in te zetten voor eigen korte termijn belangstelling, zonder zich te verdiepen in betekenisgeving en impact van wat ze kijken en maken. Onderwijzers kunnen het kritisch bewustzijn van leerlingen faciliteren door de jongeren mee te laten reizen naar gebieden in het medialandschap die niet direct hun eigen eerste interesse of gemak bedienen.

    De uitdaging is om leraren deze kritische methode bij te brengen en ze te laten inzien hoe ze dit kunnen verweven in hun eigen kernvak. Vanuit de bestaande samenwerking van het onderzoeksteam en Ithaka Internationale Schakelklassen wordt daartoe een start gemaakt door álle docenten een training aan te bieden, waarna docenten zelf kunnen beslissen of ze de lessenserie aan hun leerlingen willen aanbieden. Hopelijk zullen andere scholen deze aanpak volgen.

    Contactpersoon:

    Dr. Koen Leurs: K.H.A.Leurs@uu.nl

  • De Stadsschool voor inclusief burgerschap. Segregatie tegengaan en inclusief burgerschap bevorderen via school-overstijgende onderwijsarrangementen.
    Opbrengsten

    Maatschappelijke spanningen vragen om een nieuwe aanpak van burgerschap in het onderwijs, gericht op ontmoeting en verbinding. Binnen deze bouwsteen is verder gewerkt aan De Stadsschool, een innovatief onderwijsarrangement, gericht op het faciliteren van structurele uitwisseling tussen groepen mensen die van elkaar verschillen om inclusie te bevorderen. Van essentieel belang voor het bereiken van gelijke effecten is een goede afstemming van de doelstellingen van de uitwisselingen, gevolgd door eenduidige communicatie van deze doelen naar alle betrokkenen waaronder de leerlingen. Zo kan onderwaardering van een cultuur vermeden worden en kan vanuit gelijkheid gewerkt worden aan bevordering van inclusie.

    Daarnaast kwam naar voren dat culturele en etnische verschillen en andere maatschappelijke (gevoelige) thema's die raken aan diversiteit, in bestaande projecten zeer weinig tot niet expliciet worden aangehaald. Toch blijkt uit de onderzoeken dat de verschillen die er wel zijn alsnog impliciet op de achtergrond meespelen of gevoeld worden. Doordat verschillen wel impliciet meespelen maar geen expliciete aandacht krijgt, ontstaat het risico dat er een taboe op komt te liggen. Zolang impliciete onderwaardering van diverse culturen in de groep wordt vermeden, en de focus ligt op sociale gelijkheid, hoeft aandacht voor de verschillen geen problemen op te leveren (Cummins, 2015). Ook leert het je als mens hoe je kunt omgaan in toekomstige vergelijkbare situaties waarin je het oneens bent met iemand.

    De inhoud van de bijeenkomsten lijken zich overigens niet vaak te lenen voor het creëren van intergroup vriendschappen. Er was weinig tot geen ruimte voor deelnemers om elkaar op een informele manier te leren kennen. Meer vrijheid en ruimte voor informeel contact zou intergroup vriendschappen kunnen stimuleren. Essentieel daarbij is blijvende investering, kennismaken is immers een proces dat later duurt dan een eenmalige kennismakingsactiviteit. Om intergroup vriendschappen nog meer te stimuleren, kan ook buiten de uitwisseling om geïnvesteerd worden in het informele contact. Een school kan hierin faciliteren bijvoorbeeld door te investeren in gezamenlijke naschoolse projecten waar kinderen en hun ouders elkaar kunnen ontmoeten.

    Contactpersoon:

    Prof.dr. Micha de Winter: m.dewinter@uu.nl

  • Meedoen en erbij horen. Maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking
    Opbrengsten

    Het onderzoek binnen deze bouwsteen was gericht op de maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking. De problematiek van jongeren met een (licht) verstandelijke beperking wordt dikwijls onderschat. Daardoor ontbreekt het soms aan adequate ondersteuning bij hun persoonlijke ontwikkeling. Participatie in school, werk en sociale contacten kan stagneren. Dit kan gepaard gaan met schooluitval, gedragsproblemen en verslaving. En daardoor dreigend sociaal isolement.

    Binnen de bouwsteen zijn vier routings ontwikkeld die inzichtelijk maken welke carrières jongeren in de leeftijd van 16 tot 27 jaar met een licht verstandelijke beperking maken. Deze routings laten zien waar deze jongeren zich bevinden wanneer ze nog in beeld zijn bij de gemeente en eventueel zorginstellingen en wat er na de middelbare school gebeurt. De routings geven de mogelijkheid om kritisch te zien waar zich pijnpunten en zwaktes bevinden. Denk bijvoorbeeld aan de sociale infrastructuur en de actoren die daarbij betrokken zijn: waar gaat het mis en waar ontbreekt er iets in de routing van de jongere waardoor hij of zij buiten beeld raakt. Daarnaast heeft het project geleid tot een grotere onderlinge bekendheid van participerende maatschappelijke partijen, die dikwijls niet of weinig van elkaar wisten, terwijl ze wel in dezelfde sector werken en gezamenlijk een taak hebben voor het bieden van ondersteuning in welzijn en zorg.

    Contactpersoon:

    Prof.dr. Jean Pierre Wilken: jean-pierre.wilken@hu.nl